MOBIELE BEROEPEN
HANDELAARS en AMBACHTEN
HOESELT
Tongerlands dialect
over de commercaente uit Tongeren: de Botties, de Sjeresliep en over Zjàke Grit en Diekke Pee, die linnengoed verkochten
WOORDVERKLARING
(0:19 - 0:26) ??? wòtter kunsja?
zàte ze = zei men
dèè kèkde = die riepen
dan pakden ër da mèt = dan nam hij dat mee
lèvend = linnegoed
hàse - hääskes = handschoenen/-schoentjes
oörläp = oorverwarmers
haanduk = handdoeken
sjao geefètig = heel vrijgevig
moefele = ???
de sjeresliep = de scharenslijper
bó = waar
kùrbasse = koffers
De sjèresliep
RIEMST
Bilzerlands dialect
over Bagge Tijske die varkens opkocht en de Botties uit Tongeren die de konijnen slachtten in ruil voor de vellen die ze per fiets naar Tongeren vervoerden om er leer van te maken
WOORDVERKLARING
Bag = jong varken
Get = (heel) wat
Mètoere = soms
Stèbjas = stofjas
Wiêd = ver